zondag, november 23, 2003

Boek: Linehan training voor Borderline patienten.

Het boek is afgrijselijk ingewikkeld, en bovendien geschreven voor de trainers ipv de client, maar de laatste zin van de laatste pagina was wel aardig.

"Koppigheid is het opleggen van je wil aan de realiteit. (...) Het is het tegengestelde van doen wat werkt"

Mijn wil opleggen aan de realiteit... zoals het daar staat lijkt het inderdaad absurd.

Er staat ook een voorbeeldje bij:

"Het leven lijkt op het slaan van tennisballen die uit een werpmachine komen. Een mens heeft tot taak zijn best te doen om iedere bal te raken. Weigeren te accepteren dat er een bal aankomt maakt niet dat deze wegblijft. Koppigheid, verzet, huilen of jammeren zorgt er niet voor dat de machine stopt met het werpen van ballen; ze blijven komen, keer op keer."

Zo voel ik me inderdaad af en toe. Ik sta daar maar te staan en alle ballen weg te slaan en wat ik ook doe, ze blijven maar komen. Ik kan naast de lijn gaan staan en de ballen bekijken die voorbij razen, maar afgezien van de enorme stapel ballen en rotzooi die ik dan krijg word ik daar ook een beetje kriegel van en wil ik ze slaan. en bij tijd en wijlen sla ik alle ballen zo verschrikkelijk mis dat ik zin heb om jankend op mijn knieen te zakken en huilend aan de machine te vragen of hij niet op kan houden. Hou op! Ik wil niet meer! Ik ben moe!
Maar omdat de wereld niet ophoud met ballen gooien en ik niet durf te sterven ga ik maar weer staan en slaan.

Wonderbaarlijk dat dat het enige zinnetje is dat me is bijgebleven uit dat hele boek.