woensdag, december 10, 2003

Winter.

Dat het koud was vandaag dat had ik kunnen bedenken. Ik, die heel de dag de radio aan heb en dus ieder uur, en vaak ook nog om het halve uur, met hetzelfde nieuws word geconfronteerd had dat moeten onthouden. Dat het zokoud zou zijn had ik echter niet verwacht. koude neus, zere handen en mijn oren te pijnlijk om walkmandopjes in te stoppen. Maar het geld is op en ik moest en zou naar delft en dus moest ik in de bus. Maar nee, die reed niet, want er word aan de weg gewerkt. Leuk. De tram dan maar. Veel te ver lopen maar niet eens erg lang wachten en twintig minuten later met de trein. Nee, want die had vertraging. Blauwbekken op het station. Waarom had ik ook al weer bedacht dat ik rokken aan wilde en geen skipakken? Ik kom eindelijk in Delft aan en heb een best leuke avond en het was nog warm ook. En toen moest ik naar huis. Het slot van de fites wilde niet open, bevroren. Te vroeg op het station en weer blauwbekken en rillen met oren die te veel zeer doen om dopjes met muziek erin te stoppen. Na een voor mijn gevoel nauwelijks verwarmde trein erachter komen dat zowel het zadel als de sloten van mijn brommer, die wegens gebrek aan ophaaltijd al twee dagen op het station staat, vol met ijs zitten. Ijs eraf vegen met het stuk rok waar je toch niet op zit en naar huis. Tien minuutjes rijden maar, dat moet toch te doen zijn. Geheel vergetend dat de kou die er vanmiddag was alleen maar erger geworden is nadat de zon is onder gegaan. Met verkleumde vingers proberen de schuurdeur open te maken.

En voor een keer blij zijn dat mijn vriendje de kachel niet op nachtstand heeft gezet toen hij naar bed ging.