dinsdag, november 04, 2003

Scheidslijn.

Ineens word ik overvallen door een vreemd gevoel. Een herinnering aan iets wat nog komen moet. Of al geweest is, in een droom. Op de grens van waken en slapen tast ik de werkelijkheid af en kom na een tijdje tot de onomstotelijke conclusie dat ik wakker ben. Wat doet dat vreemde gevoel daar dan?

Dromen doe je in je slaap en daarbuiten ben je wakker. Zo hoort het en zo moet het zijn. In mijn droom mag de werkelijkheid vervormen, vervagen, wegvallen en zich omkeren. Als ik uiteindelijk wakker word dan mag mijn geest op zich nog wel even de tijd om dat te verwerken. Zich aan te passen aan de realiteit van het wakker zijn. Even. Als dat per se moet.

Maar als hij dan uiteindelijk tot de conclusie komt dat hij echt wakker is en ik de radio begin te horen en het dekbed zie als ik mijn ogen open doe, dan moet het allemaal over zijn. Geen werkelijkheidsvervormingen meer, geen rare gedachten, hoogtens een vage herinnering aan de droom.

En al helemaal geen vreemd gevoel, wat drie uur na het opstaan nog steeds in mijn systeem blijft zitten.