Ik heb een vriend, laten we zeggen T. En ik heb een vriend, laten we zeggen R. En ik heb mijn vereniging in Delft. En ik deed daar tappen, afgelopen vrijdag.
Mijn vriend T. en ik werden in paniek gebeld: "Help ons, alsjeblieft, wij hebben niemand, we kunnen niet open als er geen bar mensen zijn, willen jullie asje asjeblieeeft tappen, je krijgt winegums als beloning maar willen jullie pleease...." Na enig nadenken zeiden wij ja. Eenmaal daar aangekomen bleek dat ik voor de verandering weer eens niet in staat was tot normaal functioneren. De bar inruimen dat ging nog wel, toen was het nog leeg en stil. Maar toen de mensen kwamen had ik plots last van datgene waar ik zo een keer in de paar maanden last van heb: afgrijselijke angst voor iederen en mensen in het bijzonder. Van dat tappen kwam dus niets.
Ik uitleggen en praten en al mijn vrienden en kennissen heel begripvol. (Dat is op zichzelf al iets wat gewoon het vermelden waard zou zijn) Maar ik voelde me rot, k*t, wilde wat doen, vond dat ik wat zou moeten doen en het ging niet. Ik huilde uit en knuffelde en voelde me rond een uur of een iets beter.
Dus ik weer naar de bar en helpen. Aldaar was vriend R. Die was voor mij ingesprongen achter de bar, wilde eigenlijk naar huis maar was gevraagd en had ja gezegd. En was daardoor misschien een beetje kribbig. U moet zich voorstellen, zo rond een uur of een, twee is het erg druk voor de bar en loop je je benen uit het lijf. En R. meldde mij dat hij het niet zo fijn vond dat ik er niet was. Waar hij op zich alle recht toe had. Want ik was er ook niet. Al wist hij de reden niet en deed ik verschrikkelijk mijn best, maar dat kon hij niet zien. Het resultaat: ik voelde me nog rotter.
Ten eerste was er onbegrip: ik was op het laatste moment gevraagd, ik heb zelden last van extreme angst voor mensen op de vereniging dus dat viel niet te voorspellen, hij wist niet hoe ik me voelde. Ten tweede: hij had gelijk. Ik was er niet en ik voelde me daar zelf erg rot over. En als iemand gelijk heeft.... dan doet dat pijn. Tenminste, bij mij. Op dat moment wel in ieder geval.
Dus ik weer achter de bar weg, naar boven. Weer knuffels en uithuilen. Vriend T. komt naar boven en biedt knuffels en vraagt wat er is. Ik murmel en snuf en zeg iets als: "R. vind dat ik mijn best niet doe..." R. vond dat helemaal niet, laat dat even duidelijk zijn, maar zo voelde het. Nog voor ik mijn zin af kan maken rent T. echter boos naar beneden, naar R. toe. Waar T. achter de bar duikt en R. vol op zn gezicht slaat. Omdat R. (volgens T.) "een klootzak is die niet begrijpt waar het over gaat en geen opmerkingen over Ty moet maken als hij niet weet waar het over gaat en..."
T. krijgt op zijn donder van de portiers. Ik loop, trillend van de angst die er al was en die die er nu bij is, met R. mee. Hij heeft niets. Een buil die blauw gaat worden waarschijnlijk en hij is een hoop geschrokken, maar verder is hij helemaal ok.
T. is mijn vriend, R. is mijn vriend. Ik ken T. veel langer en beter dan R. en weet dat hij soms wat buiten proportie kwaad kan worden om wat onduidelijke redenen. Maar R. is ook mijn vriend. En hij bedoelde het niet kwaad. En ergens had hij gewoon gelijk...
Uieindelijk vertrek ik met T. en breng hem thuis, ziedend van woede. Als ik uiteindelijk in bed lig raak ik volkomen de draad kwijt in de hoeveelheid gevoelens die door me heen gaan. En ergens, heel diep van binnen, doet de gedachte dat T. geslagen heeft om mij me ook goed. Op een wat bizarre manier geeft het wel aan dat hij om me geeft.